Rebecca |
|
Ik ben Rebecca, ik ben vierentwintig jaar en kom uit Duitsland. Ik ben opgegroeid in een groot gezin, samen met drie broers en drie zussen. Als ik aan mijn kindertijd terugdenk, heb ik veel mooie herinneringen en ik dank de Voorzienigheid die mij liet opgroeien in deze omgeving. Mijn vader is heel kalm en wijs. Mijn moeder is onvermoeibaar in het leven en in haar dagelijkse bezigheden. Wij leefden heel eenvoudig maar omdat wij met zoveel kinderen waren, was er altijd leven in huis. Ieder van ons kan zingen en een instrument bespelen. Zo trokken wij rond met ons "familieorkest". Ik voelde me veilig, was fier op mijn familie en voelde me er goed thuis. Naar de Mis gaan, samen bidden en elk jaar op bedevaart gaan naar Medjugorje was heel normaal vanuit het traditioneel geloof waarin onze ouders ons opvoedden.
De jaren gingen voorbij en mijn broers begonnen één na één opstandig te worden en hun eigen weg te gaan. Dat veroorzaakte heel veel moeilijkheden. Hoe was het mogelijk dat er zich in dit "perfecte" gezin problemen voordeden? Waarom ging dit kind niet meer naar de kerk, waarom verfde het zijn haren of begon het te roken? Mijn ouders verdedigden onze mooie, uiterlijke façade, maar binnenshuis werd het overdag alsmaar stiller, en ‘s avonds was er alsmaar meer ruzie tussen de kinderen en de ouders. Er werd nooit gesproken over wat wij innerlijk beleefden. Ik was zes toen ik deze situatie begon te begrijpen en eronder leed. Maar omdat ik geen enkel recht had om iets te weten en omdat mij de mond werd gesnoerd als ik vragen stelde, vormde ik mij een eigen gedachte over de realiteit, en trok ik ook mijn plan. Mijn ouders waren heel sterk en verenigd in het lijden en hielden nooit op met bidden, zelfs niet toen hun zonen hen uitlachten.
Op school had ik veel vrienden en al studeerde ik amper, alles verliep vlot en soepel. Maar in mijn adolescentie beleefde ik zoveel verwarring, kwaad en leugens om me heen, dat ik er uiteindelijk ook aan onderdoor ging. Ik ging overal en op eender welke manier op zoek naar liefde, ook als het inging tegen de christelijke waarden van mijn geloof. Ik wist heel goed dat ik mijzelf bedroog, en meer en meer voelde ik mij een "vod" want ik begreep dat ik mij verlaagde tot een compromis met de waarheid. Maar ik slaagde er niet in mij daarvan los te maken. Verschillende keren stond ik op het punt zelfmoord te plegen: er was zo'n grote onverschilligheid tegenover het leven ontstaan dat ik me op achttienjarige leeftijd een "oude" vrouw van tachtig voelde!
Ik dank Onze Lieve Vrouw voor de goede en trouwe mensen die zij op mijn weg heeft gezet. Zij hebben me de waarheid gezegd en gaven mij de raad om op weg te gaan met de Gemeenschap. Moe en bedroefd wist ik dat dit de laatste mogelijkheid was om opnieuw te beginnen: ik hoopte dat ik de hoop in het leven zou kunnen terugvinden en ik verlangde naar een nieuw begin op een plek waar niemand me kende.
Bij mijn aankomst in het Cenacolo werd ik heel hartelijk ontvangen. Ik vond er goedheid, vriendschap, geduld … en een nieuwe familie die in mij geloofde nog voor zij mij kenden. Wat Moeder Elvira zei, sprak mij aan en veranderde mijn hart: eindelijk noemde iemand de dingen zoals ze werkelijk waren! Na alle verwarring van vroeger kreeg ik een oneindig dorst naar de waarheid over God, over het leven, over de vrouw, over mijzelf! Ik was gelukkig dat Moeder Elvira "eiste" dat wij opnieuw geboren zouden worden als vrouw. Zij "verkocht" ons geen gemakkelijke of lauwe formules, maar wel een veeleisende weg. Ik leerde mezelf kennen doorheen de observaties van de meisjes, leerde een naam te geven aan mijn gedachten alsook aan mijn negatieve en positieve reacties.
Beetje bij beetje heb ik weer mijn levensvreugde teruggevonden. Het was alsof na lange tijd, in mijn binnenste, de ooit vergeten waarden en talenten, alsook mijn vroegere karakter, afgestoft werden. Veranderen ging helemaal niet zonder slag of stoot. Mijn vroegere zwakheid en broosheid schenen nu soms de bovenhand te halen. Ik begreep dat het niet voldoende was om ze uit te wissen. Ik moest de genade en de barmhartigheid van God en van de anderen toelaten in mij.
De Gemeenschap nam de moeilijkheden niet van mij weg, integendeel, maar zij was een school om ze onder ogen te leren zien en ze te beminnen. Nu ben ik onderweg in het goede en ik ben dankbaar om elke stap die ik neem; dankbaar om de groei die ik mag beleven samen met de meisjes, de kinderen en de jongens van de fraterniteit waarin ik leef. Ik voel me zo begenadigd dat ik hier mocht terechtkomen. Wat aanvankelijk een totale mislukking scheen, is nu de echte rijkdom van mijn leven geworden. Het verlangen dat in me leefde sinds mijn kindertijd is terug: goedheid en hoop brengen aan velen, goed zijn, iemand zijn die God brengt bij de anderen, een vrouw zijn die zich kan verheugen en zich kan geven om de volheid van het leven te smaken. Ik bedank mijn familie voor al het goede dat zij mij geschonken heeft en om het geloof dat ik in de Gemeenschap heb teruggevonden. Het heeft mij een nieuwe kijk op het leven gegeven. Rebecca