Marco

 

Mijn naam is Marco, ik ben 24 jaar. Ik ben opgegroeid in een familie waarin ik me vrij goed voelde; ik was een levendig kind, vooral op school met klasgenoten. Echter, toen ik elf jaar was, zijn twee van mijn grootouders overleden en in mijn familie was dit het begin van minder dialoog en meer ruzies. Ik voelde een heel sterk verlangen om te ontsnappen uit deze familie. Ik speelde in een groepje en de Rock-Metal muziek was mijn eerste vorm van rebelleren; het was de plek waar getoond kon worden dat er binnenin mij iets mis was.

Ik was heel gesloten en zo begon ik op mijn veertiende met alcohol en de eerste drugs, mezelf de illusie gevend dat ik me vrijer zou voelen. Relaties met meisjes duurden slechts enkele maanden, daarna verlieten ze mij en elke keer voelde ik me slechter en meer ontgoocheld. Ik voelde me afgewezen en zo liet ik me gaan, tot ik uiteindelijk met heroïne en andere drugs bezig was; alles begon in elkaar te storten en ook de vrienden van de band namen afstand van me. In mijn familie voelde ik me niet meer thuis en beetje bij beetje kwam ik dichter bij de dood; ik was er niet bang voor, enkele keren heb ik er zelfs naar verlangd. Bij de vrienden die waren achtergebleven en met wie ik dikwijls samen was, voelde ik me alleen.

Godzijdank bracht mijn familie mij naar intakegesprekken van de Gemeenschap en naar een bedevaart in Medjugorje. Aan de ene kant wilde ik het niet weten, maar aan de andere kant voelde ik iets bijzonders, als een "schone, zuivere lucht" die ik wilde inademen, maar waarvan ik ook angst had. Om een beslissing te kunnen nemen, is het noodzakelijk geweest dat ik me totaal alleen bevond, zonder ook maar iets, buitenshuis, alleen met de drugs. In die wanhoop heb ik de kracht gevonden om te zeggen: "genoeg". Ik herinner me de dag waarop ik besloot om te stoppen met de drugs. Ik had in het portaal van een kerk geslapen en in de ochtend  voelde ik de wil om mijn leven te veranderen.

Ik ontdekte nadien dat mijn familie zich op diezelfde dag te Lourdes bevond, biddend voor mij. Dus vroeg ik thuis om hulp, een beetje omdat het me goed uitkwam, maar ook omdat ik, diep in mezelf, het moe was zo te lijden. Weinige tijd later ben ik binnengegaan in de Gemeenschap.  Er was veel wroeging: ik was negentien jaar en mijn verleden van fouten en ontgoochelingen begon te schreeuwen in mij. Ik deed veel moeite om me open te stellen, om te lachen, om onbaatzuchtig te zijn. Toen ik er in slaagde me te openen naar de anderen, merkte ik dat het beter ging, maar binnenin mij ging het kwade door met me aan te vallen. Na een jaar heb ik mijn familie teruggezien, zij die me zo hebben bemoedigd om door te gaan. In hun ogen was zoveel licht, zoveel liefde voor me, liefde waarvan ik voelde dat ik ze niet verdiende, maar het was een grote stimulans voor me.

Ik werd vervolgens overgeplaatst naar Frankrijk, naar de fraterniteit van Lourdes, en daar maakte ik mijn wedergeboorte mee. Ik besloot te investeren in het gebed en ik begon op een veel diepere manier God te ontdekken; God die me bemint en die me nooit alleen laat: dag en nacht is Hij er! En dit liet veel zaken in me in beweging komen. Om deze liefde van God voor mij te beantwoorden, besloot ik me in te zetten om geduldiger te zijn, vriendelijker, meer ten dienste van de anderen te staan. Ook al waren de problemen orde van de dag en keerde mijn kleinheid altijd terug, ik ging de confrontatie met dit alles aan met een grotere positieve instelling.

Naarmate ik langer in de Gemeenschap was, voelde ik me bemind bij de jongens, een beetje zoals een kind; en dit liet ook in mij het verlangen ontstaan om me te geven aan de anderen, om te dienen, om offers te brengen voor het goede. Toen ik erin slaagde om dit te doen, kreeg ik in ruil zoveel vrijheid; de innerlijke vrijheid die ik zo dikwijls gezocht had in mijn voorbije leven. Vandaag heb ik de sereniteit en de levensvreugde die ik verloren had, teruggevonden. En ik ben werkelijk gelukkig.

Ik ben me er van bewust dat aan de basis van mijn nieuwe leven het gebed ligt, het leven in de waarheid, de wil om los te komen van mezelf, me elke dag herinnerend wie ik was. Ik dank de Heer voor het wonder van mijn redding en voor die van mijn familie. Vandaag wil ik "dankjewel" zeggen door middel van mijn dagelijkse dienst aan mijn broeders en aan de Gemeenschap. Ik verlang naar het uur waarin ik helemaal en totaal, en zonder terug te blikken, kan wandelen op de weg van het goede. Marco