![]() |
Daniel |
![]() |
![]() |
Hoi allemaal,
Mijn naam is Daniel, ik ben 46 jaar, en heb 2 kinderen.
Ik heb het Cenacolo meermaals mogen ervaren.
Ik heb jaren een leven vol drugsgebruik en duisternis geleefd, waarin ik dingen heb gedaan en meegemaakt die mij zwaar hadden beschadigd.
Uiteindelijk ben ik op de straat beland, waarin ik letterlijk aan het overleven was en niets mij kon schelen; hoe kom ik aan drugs en geld, dat was belangrijk.
Mijn ouders hadden veel verdriet en zorgen om mij, maar dat interesseerde mij niet, ik was in de duisternis, van egoïsme en gebruik.
Op gegeven ogenblik was ik het leven zat, ik besloot dat het klaar was. ik nam van alles tegelijk en kreeg een overdosis, dit alles was in 2003. Na vijf dagen in coma gelegen te hebben, ontwaakte ik, met mijn vader aan mijn bedzijde. Al die die tijd had hij gewaakt, maar ik was niet dankbaar, ik wilde niet leven. Ik ben toen nog wat maanden door gesukkeld met gebruik en uiteindelijk vonden mijn broer en moeder op internet een brief van een Nederlandse jongen (getuigenis) die in het Cenacolo zat.
Ik heb toen wat intakegesprekken gehad en ben vertrokken naar het huis in Hondeghem, alwaar ik mijn proefdagen heb gedaan en er uiteindelijk ook ben gebleven.
Mijn herstel in gebruik is dus begonnen in het Cenacolo. Ik heb er tot 2017 over gedaan om uiteindelijk te beseffen dat ik nu echt moest stoppen, en vanaf die tijd ben ik helemaal abstinent.
Een tijd terug was er een weekend in Gistel: dat was zeer bijzonder, te mogen voelen dat ik nog steeds deel mocht uitmaken van de Cenacolo-familie, ondanks dat ik meermaals ben uitgetreden en binnengekomen. Daar werd gedeeld, gedanst, genoten, er was gebed en samenzijn.
Tegenwoordig heb ik ook een goed contact met Pascal die ik nog ken van in Italië, alsook met verschillende broeders die ik kende vanuit het Cenacolo.
Wat mij raakt is de verbondenheid van de oudergroep en de liefde die ik er voel.
Wat ik heb meegekregen uit het Cenacolo zijn handvatten, structuur, geloof in God, normen en waarden, een ruggengraat, maar het allerbelangrijkste dat ik meekreeg, denk ik, is dat ik er geleerd heb om mijn maskers af te werpen.
Tegenwoordig werk ik met mensen die "verdwaald" zijn: daarmee bedoel ik mensen die verslaafd zijn of in de war zijn (psychische problematiek). DIt werk is heel dankbaar. Bij tijd en wijle breng ik ook weleens iemand naar de Gemeenschap Cenacolo als de reguliere zorg niet genoeg blijkt te zijn.
Licht brengen waar duisternis is, dat is voor mij het allerbelangrijkste!
Met warme groet,
Daniel