Gabriele

gabriele


Mijn naam is Gabriele en ik ben blij dat ik iets mag vertellen over mezelf, getuigenis mag geven. Ik ben de tweede van zes kinderen. En bij mijn geboorte woonden mijn beide ouders in de Gemeenschap Cenacolo. Ik heb mijn eerste twee jaar in de Gemeenschap doorgebracht samen met mijn mama, papa en oudere broer.

Toen mijn ouders besloten om de Gemeenschap te verlaten, verhuisden we naar een stad in de buurt van Modena waar mijn familie, dankzij de Gemeenschap, vrienden maar vooral dankzij de Heer, een nieuwe weg insloegen.

We hebben een aantal jaren in een huis buiten de stad gewoond, samen met een ander gezin met zes kinderen, ook "ex-en” van Cenacolo. Onze kindertijd was mooi en ik erken dat het leven op het platteland midden in de natuur een prachtig geschenk was; ook in ons gezin was de manier van leven in de Gemeenschap terug te vinden; de opvoeding van mijn ouders was echt goed: we baden altijd voor de maaltijden en als we allemaal thuis waren, werd de rozenkrans gebeden.

Als kind verbleef ik veel bij mijn mama omdat mijn vader werkte; Ik was een levendige en opgewekte jongen, maar het eerste leerjaar verliep niet zo goed; als kind had ik het al moeilijk met andere kinderen. Ik voelde me minderwaardig en als ik huiswaarts keerde, maskeerde ik al die gevoelens en deed ik alsof alles in orde was.

Na het eerste leerjaar moest ik van school veranderen, ging ik naar een ander land en kwam er in een klas van zeven kinderen terecht. Na een paar jaar begrepen mijn ouders dat ik een leerstoornis had, dyslexie: ik kon dat maar niet accepteren en toen ik tijdens mijn middelbare school op stap ging met de leraar die me hielp bij het leren leren, toen ontstond er veel woede in me.

Vanaf dan begon ik te veranderen, en beleefde ik mijn leven als iets oppervlakkigs en banaals. Zo hoefde ik de confrontatie niet aan te gaan met mijn probleem, maar kon ik het bedelven onder veel leugens en maskers, zowel bij mijn familie als bij mijn vrienden. En zo ontstonden de eerste maskers want er waren twee “Gabriëls”: eentje op school en eentje thuis… en ik deed maar alsof.

Ondanks alles bleef ik de Kerk en het oratorium bezoeken, maar als ik de kans kreeg om te "rotzooien" was ik er als de kippen bij. Ik had geen sterke persoonlijkheid en werd meegesleept door anderen totdat ik op mijn vijftiende de eerste joints begon te roken en ook begon te drinken.

Ik had het gevoel dat alles plots goed leek te gaan met me, maar nadien voelde ik me alsmaar leger. Het lukte me niet om datgene dat zo zwaar op me woog met iemand te delen, en al zeker niet met mijn vader: een zeer veeleisende en concrete man.

Ik slaagde er niet in om zijn hulp te “omarmen”, en dus sloot ik me alsmaar meer op in mezelf. Ik voelde me "verpletterd" door mijn vader, thuis kon ik nooit zeggen wat ik dacht en dit alles leidde ertoe dat ik geen beslissingen nam, geen keuzes maakte. Ik begreep niet wie ik was en wat ik moest doen.

Na alweer een mislukking op school begon ik op 16-jarige leeftijd te werken, maar ik voelde me niet voldaan: voelde me een persoon die doelloos rondliep. Ik viel telkens voor de onzin die mijn vrienden me voorstelden.

Ik voelde me erg kwetsbaar en gevoelig, het lukte me nooit mezelf iets op te leggen uit angst veroordeeld te worden. Ik vroeg nooit om hulp en probeerde telkens weer op eigen krachten te herbeginnen, maar herviel dan weer kort nadien: ik stond stil, altijd op hetzelfde punt ronddraaiend en omgeven door valsheid. Ondanks alles had ik in deze duisternis altijd de hoop behouden ooit weer gezond te worden.

Toen gebeurde het dat ik met mijn familie enkele dagen in de Gemeenschap doorbracht en, hoewel ik dat leven niet begreep, voelde ik dat ik erbij hoorde.

Een heel belangrijke episode, geleid door de Voorzienigheid, was toen ik 18 werd: op mijn verjaardag was ik in het Vormingshuis in Pagno, en bad ik samen met Moeder Elvira de Rozenkrans. Als ik aan die dag terugdenk, dan voel ik opnieuw hoe ik door haar meer liefde voor mijn leven voelde dan ik ooit had gevoeld. Ik dank God, want ondanks een christelijke familie met gemeenschapsnormen was het kwaad er toch in geslaagd me te vangen, maar slechts één dag met moeder Elvira was voldoende om het goede zaad in me opnieuw tot bloei te laten komen.

Na die dag brak er een lange periode van “arbeid” aan, waar het me niet aan lijden ontbrak, en pas na drie jaar begreep ik dat mijn weg opnieuw moest beginnen in de Gemeenschap. Ik begon mijn parcours in het huis in Oostenrijk. Ik voelde dat ik zoveel moest heropbouwen, en in het bijzonder mijn zelfvertrouwen.

De Gemeenschap bood me aan om met kleine dingen te beginnen en in tijden van moeilijkheden leerde Zij me niet terug te vallen, maar vooruit te kijken, te weten hoe ik op moest staan ​​en hulp kon krijgen. Ik heb veel waarden teruggevonden die ik met mijn verkeerde leven kapot had gemaakt. Ik voelde me geliefd en bemind; de broers gaven me het gevoel dat ik een geschenk was, dat mijn leven hun dierbaar was.

Toen ik voor het eerst “beschermengel” was voor een jongen die net was binnengekomen, en ik heel wat moeite deed voor hem, toen begreep ik hoe kostbaar het leven is, hoe het een geschenk van God is dat gerespecteerd dient te worden. Ik moest van mezelf leren houden met mijn armoede en van anderen houden, zelfs als ik hun armoede ontdekte.

Ik ben zo dankbaar omdat dit leven me de ware vriendschap heeft doen herontdekken, een oprecht gebed dat niet opgedrongen of opgelegd wordt, een zuivere job die niet enkel gebaseerd is op geld.

Vandaag heb ik ervoor gekozen om deze ingeslagen weg voort te zetten, om mezelf helemaal te geven, omdat de Gemeenschap me omarmde zonder me iets terug te vragen, omdat Zij enkel mijn geluk verlangde. Ik voel diep in mijn hart dat God me al voor mijn geboorte hier wilde hebben en dat alle beproevingen die het leven me heeft gegeven allemaal een bevestiging zijn dat ik een “kind van de Gemeenschap" ben, geliefd door een speciale moeder, Elvira, eentje vol verrassingen! Dankjewel, Gabriele