Klara

Klara


Ik wil mezelf Klara noemen, ik ben vierentwintig jaar en afkomstig uit de Tsjechische Republiek. God kent geen grenzen in de liefde, want Hij zorgt voor ons leven ook al vinden we het moeilijk om het lief te hebben en het te omhelzen. Ik ben de derde van zes kinderen en groeide op met een christelijke opvoeding.

Vandaag weet ik zeker dat ik vanaf de moederschoot heb gevoeld hoe men gehoopt had dat ik een jongen zou zijn, met als gevolg dat ik mijn vrouwzijn niet kon accepteren. Ik had een goedgevulde jeugd, met veel activiteiten zoals sport en muziek, maar na een paar jaar bleek dit niet genoeg te zijn voor mij. Ik worstelde enorm met wie ik was, kon mezelf niet omarmen om wie ik was, en dus begon ik "maskers" aan te trekken om aan het lijden te ontsnappen.

Ik heb veel tijd doorgebracht met jongens, en gedroeg me zoals zij, de “harde“ uithangend, juist omdat ik het vrouwelijke deel van mezelf verwierp. Wanneer ik mezelf als gevoelig of zwak zag, vergrootte de woede in mij; ik liet nooit tranen toe omdat ik “sterk” wilde lijken in de ogen van anderen.

Op mijn veertiende koos ik voor de meest comfortabele oplossing: de eenzaamheid. Ik deelde met niemand wat ik doormaakte uit angst niet begrepen te worden en ik sloot mezelf helemaal op in de wereld van het 'internet'. Ik realiseerde me niet dat zoiets "normaals" in de ogen van de wereld een ware verslaving zou kunnen worden. Ik verloor steeds meer het contact met mijn familie en met de realiteit. Op mijn zestiende besefte ik niet meer wat ik leefde, had ik veel problemen met mijn moeder en gedroeg ik me heel slecht tegenover haar.

In die periode stelde men me voor om naar Medjugorje te gaan, waar ik de Gemeenschap ontmoette. Ik besefte dat ik ook eentje "in stukken was" en dat ik de wil om te leven moest terugvinden. Thuis zijn er nog drie jaar verstreken waarin de situatie verslechterde, maar God liet me mensen ontmoeten die me hielpen om intakegesprekken te beginnen om naar de Gemeenschap Cenacolo te gaan.

De eerste periode na mijn aankomst was helemaal niet gemakkelijk, maar ik ontdekte een ander leven, eenvoudig, waar en diepgaand, waardoor ik stappen vooruit zette. In het begin, als ik in de kapel was, had ik moeite met het gebed, ik keek nooit naar Jezus, maar door de broederlijke correctie en vriendschap van mijn ‘zusjes’ begon ik op te kijken, erop vertrouwend dat God bestaat en dat Hij me kan genezen en bevrijden.

Ik herinner me het moment waarop ik voor het eerst huilde; ik was een maand op weg in de Gemeenschap en begon binnen in mezelf te kijken, en reflecteerde over mijn ervaring, door “eerlijk te worden met mezelf”, “de waarheid te zeggen tegen mezelf”, in het Italiaans gebruikt men de uitdrukking: “fare verità”. Ik was enorm verbaasd om de vreugde die de meisjes voor me hadden: eindelijk was ik in staat om het masker van de "sterke meid" af te zetten en te huilen. Ik ervoer de omhelzing van God en van binnen voelde ik me meer mezelf, meer echt, en ik begreep dat tranen een geschenk zijn die ik niet langer moet weigeren.

Ik maakte een periode van grote beproevingen door en moest uiteindelijk mijn weg in de Gemeenschap gedurende een tijd onderbreken, maar al heel snel herviel ik in mijn oude gewoonten waardoor ik alsmaar dieper wegzonk. Maar God stak zijn hand voor de tweede keer uit. Ik keerde terug naar het Cenacolo en deze uitdaging veranderde in vrijheid, waarheid, vriendschap, vergeving en diepe genezing. Ik kreeg het grote geschenk om zelfs een ​​stukje van mijn weg te kunnen afleggen in de fraterniteit van Medjugorje, waar ik Onze Lieve Vrouw heb gevraagd om mijn familierelaties te helen.

Daarna kwam het moment om naar huis te gaan voor een periode van “verificatie” en ik zag de positieve veranderingen in mij die me kracht en hoop gaven: ik was in staat de gemeenschapslessen in praktijk te brengen, ik ging anders om met mijn moeder, mijn broers en zussen, en vond vrede en sereniteit.

Vandaag, in het huis van Marene, ontdek ik dat het weinige dat ik aan God geef, dat Hij het vermenigvuldigt. Ook de deelname aan het koor is een geweldig geschenk voor me omdat het me voortdurend helpt om onzekerheden en limieten te overwinnen. Door mijn "piano" te bespelen kan ik mijn handen gebruiken voor het goede en voor de glorie van God. Met de genade van God en met goede wil kunnen we veranderen, en ik geloof dat ook voor mij op een dag het moment zal komen waarop ik mezelf gelukkig zal omhelzen, tegen mezelf zeggend: “Klara, ik hou echt van je!”. Klara