maria

Eccomi! Hier ben ik! Mijn naam is Marie, ik ben vierentwintig jaar en kom uit Tsjechië. Als ik terugblik op alles wat er in mijn leven en mijn familie is gebeurd, erken ik dat alles mogelijk is voor God, meer nog, mét God is alles mogelijk! Toen de Heer zijn blik op mij richtte, zag Hij een wanhopig hart dat naar mooie en schone dingen verlangde.

Ik kom uit een groot gezin, we zijn met zeven broers en zussen. Thuis heb ik altijd het christelijk geloof en prachtige waarden meegekregen. Ze leerden ons om “één” te zijn met elkaar, aan de armen en behoeftigen te denken, en thuis organiseerden we onszelf zoals in een kleine gemeenschap, waar iedereen meehielp: van klein tot groot.

Ik ben de tweede oudste, en daardoor had ik veel verantwoordelijkheden, maar tijdens mijn puberteit veranderde mijn leven: het kwaad sloop binnen in ons huis, er was geen dialoog meer, de stilte woog heel zwaar en er waren zoveel zaken waar niet over gesproken werd. Deze bedrukkende sfeer duurde verschillende jaren, tot het moment van de scheiding van mijn ouders. Tot op vandaag vind ik het nog altijd moeilijk om dat te begrijpen: we waren een hechte familie, die samen mooie dingen deed, om uiteindelijk te eindigen in een klimaat van woede en misverstanden.

Ik begon me op te sluiten in mezelf en werd depressief, ik sliep elk moment dat ik kon, vulde mijn “leegtes” met voedsel en sloot mezelf af van de buitenwereld; ik verloor de hoop dat ik oprechte en zuivere vriendschappen zou kennen. Ik vergeleek mezelf zozeer met mijn zus die er volgens mij zoveel vrijer en mooier uitzag, en werd daardoor erg jaloers; dit leidde ertoe dat ik mijn hart afsloot voor alles en iedereen. Mijn oudere broer begon drugs te nemen en dit was een andere "schok" voor het hele gezin. Mijn ouders zijn uiteindelijk gescheiden.

Maar te midden van die wanhoop zag ik dat Jezus me hielp; ik had alsmaar meer een nauwere band met mijn jongere broers die erg leden door dit alles, en zo begon ik opnieuw de mooie kleine dingen om me heen te zien. Ik begreep dat het Jezus was die dicht bij me was, soms via een vriend, soms dankzij iemand die ons voedsel bracht. Ik voelde zo’n behoefte om naar de Kerk te gaan en op God te leunen, ik voelde dat er een kracht was die me naar Jezus duwde en, ook al wist ik niet direct hoe, ik voelde dat Hij me begreep.

Mijn vader was intussen op zoek naar hulp voor mijn broer en hoorde spreken over de Gemeenschap Cenacolo, maar mijn broer wilder er niet echt van weten. Mijn vader gaf echter niet op, hij ging door, en toen hij mijn innerlijke droefheid zag, stelde hij de Gemeenschap voor aan mij.

Ik was het er niet meteen mee eens, maar dan besloot ik om een periode van ​​ervaring te gaan doen. Ik ontdekte daar dat ik het méér nodig had dan ik dacht, en dat er echt iets in mijn leven moest veranderen om weg te raken uit deze innerlijke duisternis. Maar ik dacht altijd aan mijn familie, het was niet gemakkelijk voor mij om te weten dat ze het niet goed stelden. Een goed gesprek met de verantwoordelijke van de fraterniteit waar ik leefde, opende mijn ogen: ik begreep dat ik niet degene was die hen kon redden. En zodoende bad ik meer voor hen, bracht ik kleine offers voor hen en vertrouwde hen vol vertrouwen toe aan God.

Met de hulp van mijn “zusjes” van de fraterniteit leerde ik een nieuw leven kennen: ik ontdekte dat ik nog steeds kon glimlachen, want door de diepe droefheid en de vele complexen die ik had, was het heel lang geleden dat ik nog een glimlach had op mijn gelaat. Ik ontdekte de vreugde van het doen van kleine dingen met liefde voor anderen, ik ontmoette barmhartigheid in de vergeving van mijn zusjes die zich niet hadden laten tegenhouden door mijn kleinheid, mijn “armoede”. Ik ontving enorm veel vertrouwen en deed dingen waarvan ik niet had gedacht dat ik er toe in staat was: er gebeurde echt een wonder in mij!

Zeven maand later kwam mijn broer ook naar de Gemeenschap, en nadien nog een zus van mij! Vandaag de dag zijn het verlangen om te sterven, het wantrouwen en de verwarring die ik in mijn hart had, weg: ik ben gelukkig om te leven omdat ik zie dat er altijd iets meer in het leven is. Mijn broer is nu vrijwilliger in de missiepost in Peru, in het nieuwe huis van de 'woestijn' van Supe, en mijn zus verblijft al een tijdje in dezelfde fraterniteit als ik.

Ik ontving zoveel geschenken, ik leerde God op een veel dieper niveau kennen, en ik ontdekte die zuivere en ware vriendschap waar ik naar verlangd en gezocht had. Ik koester zoveel goede wensen in mijn hart, waaronder die van een tijd van vrijwilligerswerk in de missies: ik wil wandelen in het licht van God en geloof dat Hij me zal sturen om te dienen waar Hij me wil hebben!

Ik wil tenslotte nog de Gemeenschap bedanken voor alles wat Zij voor mij en mijn familie heeft gedaan, en voor de weg die ik afleg en waarvan ik op dit moment voel hoe deze vol licht en hoop is. Ik bedank ook alle meisjes die me hebben verwelkomd zonder me iets terug te vragen en die me het pad van het gebed lieten zien, een geschenk waardoor Jezus zoveel van mijn wonden kon helen en de hoop in mijn hart kon herstellen.

Ik dank ook Moeder Elvira voor haar moed en open hart, die ons leert om op God te vertrouwen, ook al lijkt alles donker en hopeloos! Tot slot, een speciale dank aan Onze Lieve Vrouw die me bij de hand nam, die een moeder voor me was en mij vergezelde als haar geliefde dochter. Dankjewel! MARIE