BANNER MESS PAPA QUA 2021


Kijk, we gaan op naar Jeruzalem (Mt 20, 18)


De veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en liefde te vernieuwen

Dierbare broeders en zusters!

Jezus openbaarde zijn apostelen de diepste betekenis van zijn zending toen Hij hun vertelde over zijn lijden, dood en opstanding, als de vervulling van de wil van de Vader. Vervolgens riep Hij hen om die zending te delen voor de redding van de wereld.

Laten we op onze vastentocht naar Pasen denken aan Hem die zichzelf heeft vernederd en gehoorzaam werd tot de dood, de dood aan een kruis (Fil 2, 8).

Laten we in deze tijd van bekering ons geloof vernieuwen, putten uit het levende water van hoop en met een open hart de liefde ontvangen van God, die ons tot zusters en broeders in Christus maakt. In de paaswake zullen we onze doopbeloften hernieuwen en ons door de werking van de Heilige Geest als herboren voelen, als nieuwe mannen en vrouwen. Deze veertigdagentocht wordt, net als de hele pelgrimstocht die het christelijke leven is, ook nu verlicht door het licht van de opstanding, dat de gedachten, houding en beslissingen van de volgelingen van Christus inspireert.

Vasten, gebed en het geven van aalmoezen maken, zoals Jezus predikte (vgl. Mt 6, 1-18), onze bekering mogelijk en zijn een uitdrukking ervan. Het pad van armoede en zelfverloochening (vasten), zorg en liefdevolle omgang met de armen (aalmoezen geven) en kinderlijke dialoog met de Vader (gebed) zorgen ervoor dat wij een leven van oprecht geloof, levende hoop en werkzame naastenliefde kunnen leiden.

1. Geloof roept ons op om de waarheid te aanvaarden en ervan te getuigen voor God en al onze broeders en zusters.

In deze veertigdagentijd betekent het aanvaarden en naleven van de waarheid die in Christus is geopenbaard allereerst ons hart openen voor Gods woord, dat de Kerk van generatie op generatie doorgeeft. Die waarheid is geen abstract concept dat voorbehouden is aan een geselecteerde intelligente enkeling. Het is integendeel een boodschap die we allemaal kunnen ontvangen en begrijpen dankzij de wijsheid van een hart dat openstaat voor de grootsheid van God, die van ons houdt nog voordat wij ons daarvan bewust zijn. Christus zelf is die waarheid. Door onze menselijkheid op zich te nemen, zelfs tot het uiterste, heeft Hij voor zichzelf de weg vrijgemaakt - veeleisend en toch open voor alles - die naar de volheid van het leven leidt.

Als vasten wordt ervaren als een vorm van zelfverloochening, helpt het de mensen die het in eenvoud van hart doen om Gods geschenk te herontdekken en te erkennen dat wij, geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, onze vervulling in Hem vinden. Door armoede ervaren, maken mensen die vasten zichzelf arm met de armen en verzamelen ze de schat van een liefde die zowel ontvangen als gedeeld wordt. Op die manier helpt het vasten ons om God en onze naaste lief te hebben, omdat liefde, zoals de Heilige Thomas van Aquino leert, een beweging is naar buiten toe, die onze aandacht op anderen richt en hen beschouwt als een met onszelf (cf. Fratelli tutti, 93).

De veertigdagentijd is een tijd om te geloven, om God in ons leven te ontvangen en Hem onder ons te laten wonen (vgl. Joh 14,23). Vasten houdt in dat we bevrijd worden van alles wat ons bezwaart - zoals consumptisme of een overdaad aan informatie, waar of niet waar - om de deuren van ons hart te openen voor Diegene die naar ons toekomt, arm in alle dingen, maar toch vol van genade en waarheid (Joh 1, 14): de Zoon van God onze Verlosser.

2. Hoop als ‘levend water’ dat ons in staat stelt onze reis voort te zetten.

De Samaritaanse vrouw bij de bron, aan wie Jezus te drinken vraagt, begrijpt niet wat Hij bedoelt als Hij zegt dat Hij haar levend water kan aanbieden (Joh 4,10). Natuurlijk denkt ze dat Hij verwijst naar materieel water, maar Jezus spreekt over de Heilige Geest die Hij in overvloed zal geven door het paasmysterie, dat hoop schenkt die niet teleurstelt. Jezus had al over die hoop gesproken toen Hij, als Hij het had over zijn lijden en dood, zei dat Hij op de derde dag tot leven zal worden gewekt (Mt 20,19). Jezus sprak over de toekomst die geopend zou worden door de barmhartigheid van de Vader. Hopen met Hem en vanwege Hem betekent geloven dat de geschiedenis niet eindigt met onze fouten, ons geweld en onrecht, of met de zonde die de Liefde kruisigt. Het betekent vanuit zijn open hart de vergeving van de Vader mogen ontvangen.

In deze barre en bange tijden, waarin alles kwetsbaar en onzeker lijkt, kan het een uitdaging lijken om over hoop te spreken. Toch is de veertigdagentijd het seizoen bij uitstek van de hoop, als we terugkeren naar God die geduldig blijft zorgen voor zijn schepping die wij al zo vaak hebben mishandeld (vgl. Laudato Sí, 32-33; 43-44). De Heilige Paulus spoort ons aan om onze hoop te vestigen op de verzoening: Laat u met God verzoenen (2 Kor 5, 20). Door vergeving te ontvangen in het sacrament dat de kern vormt van ons bekeringsproces, kunnen wij op onze beurt vergeving schenken aan anderen. Nadat we zelf vergeving hebben ontvangen, kunnen we die aanbieden door onze bereidheid om een attente dialoog met anderen aan te gaan en troost te bieden aan wie verdriet en pijn ervaart. Gods vergeving, ook als die door onze woorden en daden wordt aangeboden, stelt ons in staat een Pasen van broederlijkheid te beleven.

Mogen we ons in deze veertigdagentijd almaar meer inzetten om woorden van steun, kracht, troost en aanmoediging te spreken, en niet woorden die vernederen, verdrietig of boos maken, of minachting tonen (Fratelli tutti, 223). Om anderen hoop te geven, is het soms al voldoende om gewoon vriendelijk te zijn, bereid te zijn al het andere opzij te schuiven om aandacht te schenken, te glimlachen, een bemoedigend woord te spreken, te luisteren te midden van zoveel onverschilligheid (ibid., 224).

Meditatie en stil gebed geven ons hoop als inspiratie en innerlijk licht. Het verlicht de uitdagingen en keuzes waarmee we in onze zending geconfronteerd worden. Vandaar de noodzaak om te bidden (vgl. Mt 6, 6) en, in het verborgene, de Vader van de tedere liefde te ontmoeten.

De veertigdagentijd hoopvol beleven houdt in dat we groeien in het besef dat we in Jezus Christus getuigen zijn van nieuwe tijden, waarin God alle dingen nieuw maakt (vgl. Apk 21, 1-6). Het betekent de hoop van Christus ontvangen, die zijn leven aan het kruis gaf en door God uit de doden werd opgewekt op de derde dag, en altijd bereid zijn tot verantwoording aan ieder die rekenschap vraagt van de hoop die in [ons] leeft (1 Pe 3, 15).

3. Liefde, in de voetsporen van Christus treden, met zorg en mededogen voor iedereen, is de hoogste uitdrukking van ons geloof en onze hoop.

Liefde geniet ervan anderen te zien groeien. Daarom lijdt ze wanneer anderen gekweld, eenzaam, ziek, dakloos, veracht of in nood zijn. Liefde is een hart dat een sprongetje maakt; het haalt ons uit onszelf en schept banden van delen en gemeenschap.

Dankzij de ‘sociale liefde’ is het mogelijk om te evolueren naar een beschaving van liefde waartoe we ons allemaal geroepen kunnen voelen. Liefde kan door haar universele dynamiek een nieuwe wereld opbouwen, omdat het geen steriel gevoel is, maar de beste manier om effectieve ontwikkelingsmogelijkheden voor iedereen te vinden (Fratelli tutti, 183).

Liefde is een geschenk dat zin geeft aan ons leven. Het stelt ons in staat om mensen in nood te zien als leden van ons eigen gezin, als vrienden, broers of zussen. Een kleinigheid dat met veel liefde wordt gegeven, houdt nooit op, maar wordt een bron van leven en geluk. Dat was het geval met de kruik met meel en de kruik met olie van de weduwe in Sarefat, die een broodje aanbood aan de profeet Elia (vgl. 1 K 17, 7-16); dat was ook het geval met de broden die door Jezus gezegend en gebroken werden en die Hij aan zijn leerlingen gaf om ze onder de menigte uit te delen (vgl. Mc 6, 30-44). En dat is ook het geval met onze aalmoes, of die nu klein of groot is, als ze maar met vreugde en eenvoud wordt gegeven.

De veertigdagentijd met liefde beleven, betekent zorgen voor wie lijdt of zich in deze coronatijden verlaten en angstig voelt. Laten we in deze dagen van diepe onzekerheid over de toekomst het woord van de Heer aan zijn dienaar in gedachten houden: Wees niet bang, want Ik heb u verlost (Js 43, 1). Mogen we in onze naastenliefde geruststellende woorden spreken en anderen helpen beseffen dat God van hen houdt als zoons en dochters.

Alleen een door de naastenliefde verruimde blik kan de waardigheid van anderen erkennen en zo is het ook mogelijk om de armen in hun waardigheid te erkennen en te waarderen, hen in hun identiteit en cultuur te respecteren, en hen zo daadwerkelijk in de samenleving te integreren (Fratelli tutti, 187).

Dierbare broeders en zusters, elk moment van ons leven is een tijd van geloven, hopen en liefhebben. De oproep om de veertigdagentijd te beleven als een reis van bekering, gebed en het delen van ons bezit, helpt ons - als gemeenschappen en als individuen - om het geloof te doen herleven dat komt van de levende Christus, de hoop geïnspireerd door de adem van de Heilige Geest en de liefde die uit het barmhartige hart van de Vader vloeit.

Moge Maria, Moeder van de Verlosser, altijd trouw aanwezig aan de voet van het kruis en in het hart van de Kerk, ons steunen met haar liefdevolle nabijheid. Moge de zegen van de verrezen Heer ons allemaal vergezellen op onze reis naar het licht van Pasen.

Rome, Sint-Jan van Lateranen, 11 november 2020, gedachtenis van Sint-Maarten van Tours

+ FRANCISCUS

© Copyright - Libreria Editrice Vaticana
Vertaling: IPID – Persdienst van de Bisschoppenconferentie van België