De Paus zijn Stem


27.03.2019

 "Zaaien zonder moe te worden

Paus Franciscus

 

PAUS FRANCISCUS - ANGELUS

Sint-Pietersplein - zondag 16 juli 2023

 

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

 

Vandaag stelt het evangelie ons de gelijkenis van de zaaier voor (zie Mt 13,1-23). Dat van "zaaien" is een heel mooi beeld, en Jezus gebruikt het om de gave van zijn Woord te beschrijven. Laten we ons een zaadje voorstellen: het is klein, je ziet het bijna niet, maar het laat planten groeien die vrucht dragen. Gods Woord is zo; laten we denken aan het evangelie, een klein boekje, eenvoudig en binnen ieders bereik, dat nieuw leven geeft aan degenen die het verwelkomen. Daarom, als het Woord het zaad is, zijn wij de grond: we kunnen het ontvangen of niet. Jezus, de "goede zaaier", wordt het echter nooit moe om het royaal te zaaien. Hij kent ons terrein, Hij weet dat de stenen van onze wisselvalligheid en de doornen van onze ondeugden (vgl. vv. 21-22) het Woord kunnen verstikken, maar Hij hoopt, Hij hoopt altijd dat we overvloedige vruchten kunnen dragen (vgl. v. 8).

 

Dit is wat de Heer doet en dit is waartoe ook wij geroepen zijn: onvermoeibaar zaaien. Maar hoe kunnen we dit doen, continu zaaien zonder moe te worden? Laten we enkele voorbeelden nemen.

 

Ouders allereerst: ze zaaien goedheid en geloof in hun kinderen, en ze zijn geroepen om dit te doen zonder ontmoedigd te raken als ze ze soms niet lijken te begrijpen en hun leringen niet waarderen, of als de mentaliteit van de wereld "in de andere richting roeit". Het goede zaad blijft, daar gaat het om, en het zal op het juiste moment wortel schieten. Maar als ze, toegevend aan het wantrouwen, het zaaien opgeven en hun kinderen overleveren aan de mode en mobiele telefoons, zonder tijd aan hen te besteden, zonder ze te onderwijzen, dan zal de vruchtbare grond zich vullen met onkruid. Ouders, word het nooit moe om het zaaien in uw kinderen!

 

Laten we dan kijken naar de jongeren: ook zij kunnen het evangelie zaaien in de voren van het dagelijks leven. Bijvoorbeeld met gebed: het is een klein zaadje dat niet te zien is, maar waarmee men alles wat men leeft aan Jezus toevertrouwt, en zo kan Hij het laten rijpen. Maar ik denk ook aan de tijd die we kunnen besteden aan anderen, aan degenen die het het hardst nodig hebben: het lijkt misschien verloren tijd, maar in plaats daarvan is het heilige tijd, terwijl de ogenschijnlijke bevrediging van consumentisme en hedonisme iemands hand leeg laten. En ik denk aan studeren: het is waar, het is vermoeiend en niet meteen lonend, zoals wanneer je zaadjes zaait, maar het is essentieel voor het bouwen aan een betere toekomst voor iedereen.

 

We hebben de ouders gezien, we hebben de jongen gezien; nu zien we de zaaiers van het evangelie, vele goede priesters, religieuzen en leken die zich bezighouden met de verkondiging, die het Woord van God beleven en verkondigen, vaak zonder onmiddellijke successen te boeken. Laten we nooit vergeten, wanneer we het Woord verkondigen, dat zelfs waar het lijkt alsof er niets gebeurt, in werkelijkheid de Heilige Geest aan het werk is en het koninkrijk van God al aan het groeien is, door en buiten onze inspanningen. Ga daarom met vreugde voorwaarts, geliefde broeders en zusters! We herinneren ons de mensen die het zaad van Gods Woord in ons leven hebben geplant - ieder van ons dacht: "Hoe is mijn geloof begonnen?" –; misschien is het ontstaan ​​jaren nadat we hun voorbeelden hebben ontmoet, maar dankzij hen is het gebeurd!

 

In het licht van dit alles kunnen we ons afvragen: zaai ik goed? Ben ik alleen bezig met oogsten voor mezelf of ook met zaaien voor anderen? Zaai ik wat zaadjes van het evangelie in het dagelijks leven: studie, werk, vrije tijd? Raak ik ontmoedigd of blijf ik, net als Jezus, zaaien, ook al zie ik niet direct resultaat? Moge Maria, die we vandaag vereren als de Heilige Maagd van de berg Karmel, ons helpen om vrijgevige en vreugdevolle zaaiers van het Goede Nieuws te zijn.

 

Ik stuur de Gemeenschap Cenacolo die al 40 jaar een plaats van onthaal en menselijke promotie is, van harte mijn groeten; Ik zegen moeder Elvira, de bisschop van Saluzzo en alle fraterniteiten en vrienden. Het is mooi wat jullie doen en het is mooi dat jullie bestaan! Bedankt!

 

(Bron: officiële website van het Vaticaan www.vatican.va)

 

 

oudere catecheses van Paus Franciscus

PAUS FRANCISCUS
AUDIËNTIE

Sint Pietersplein
Woensdag 17 april 2019

Catechese - Pasen: Jezus leert ons om in de beproeving de Vader te omhelzen

Geliefde broers en zussen goedendag!

De voorbije weken hebben we nagedacht over het Onzevader. Vandaag, aan de vooravond van het Paastriduüm, staan we stil bij enkele woorden waarmee Jezus, tijdens zijn lijden, tot de Vader heeft gebeden.
Verheerlijking

De eerste bede komt na het Laatste Avondmaal, wanneer de Heer zijn ogen ten hemel sloeg en zei: Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk Uw Zoon – en dan – verheerlijk Mij met de heerlijkheid die Ik bij U had voordat de wereld was (Joh 17,1.5). Jezus vraagt de verheerlijking, een schijnbaar tegenstrijdige vraag met het lijden voor de boeg. Over welke verheerlijking gaat het? In de Bijbel is verheerlijking een verwijzing naar het zich openbaren van God, zij is het onderscheidende teken van Gods reddende aanwezigheid bij de mensen. Welnu, Jezus is op definitieve wijze aanwezigheid van en redding door God. Hij doet dit met Pasen: op het kruis verheven wordt Jezus verheerlijkt (Joh 12,23-33). Daar openbaart God zich finaal. De laatste sluier valt weg en we worden verbaasd als nooit tevoren. We ontdekken dat de glorie van God volledig liefde is: zuivere liefde, dwaas en ondenkbaar, voorbij elke grens en maat.

De nederigheid van een liefde die om onze liefde vraagt
Broers en zussen, laten we het gebed van Jezus tot het onze maken. Laten we de Vader vragen de sluiers van onze ogen weg te nemen, zodat wij in deze dagen, kijkend naar de Gekruisigde, zouden verstaan dat God liefde is. Zo vaak gebeurt het dat we ons God voorstellen als een baas en niet als een Vader. Vaak stellen we ons God voor als strenge rechter meer dan als barmhartige Verlosser! Maar met Pasen verkleint God de afstand tot nul door zich te tonen in de nederigheid van een liefde die om onze liefde vraagt. Dus, wij verheerlijken God wanneer we, al wat we doen, met liefde beleven. Wanneer we alles van harte doen, voor Hem (cf. Kol 3,17).

De ware heerlijkheid is de heerlijkheid van de liefde, want zij is de enige die de wereld leven geeft.
Deze heerlijkheid is het tegendeel van de wereldse glorie, die zichtbaar wordt wanneer men bewonderd wordt, geprezen en toegejuicht, wanneer men in het centrum staat … wanneer ik in het centrum van de belangstelling sta. De heerlijkheid van God daarentegen is schijnbaar tegenstrijdig. Geen applaus, geen publiek. In het centrum staat niet het ik, maar de ander.
Met Pasen zien we hoe de Vader de Zoon verheerlijkt en hoe de Zoon de Vader verheerlijkt. Niemand verheerlijkt zichzelf.
Vandaag stellen we ons de vraag: Voor welke verheerlijking leef ik? De mijne of die van God? Verlang ik alleen van de anderen te krijgen of wil ik ook aan de anderen geven?

Bidden is relatie en zich toevertrouwen
Na het Laatste Avondmaal, komt Jezus in Getsemane. Ook daar bidt Hij tot de Vader. Terwijl de leerlingen niet wakker kunnen blijven en Judas met de soldaten nadert, begint Jezus angst en vrees te ervaren om wat Hem te wachten stond: verraad, verachting, lijden en mislukking. Hij is bedroefd en vanuit die afgrond richt Hij zich tot de Vader met het meest tedere en innige woord: Abba, dat wil zeggen: papa (Mc 14,33-36).
Op die wijze leert Hij ons in de beproeving de Vader te omhelzen, want in het gebed tot de Vader schuilt de kracht om verder te gaan in het lijden.

Bij afmatting is bidden verlichting, bemoediging en troost. Verlaten door allen is Jezus toch niet alleen, Hij is bij de Vader. Wij daarentegen kiezen ervoor in onze Getsemane om alleen te blijven in plaats van te zeggen Vader en ons aan Hem toe te vertrouwen, zoals Jezus. Ons toe te vertrouwen aan zijn wil die ons ware goed is. Maar als we in de beproeving in onszelf opgesloten blijven, graven we een inwendige tunnel, een pijnlijke innerlijke weg die slechts één richting heeft: altijd maar dieper in onszelf.

Het grootste probleem is niet het lijden, maar de wijze waarop men ermee omgaat. Eenzaamheid biedt geen uitweg. Bidden wel, want dat is relatie en toevertrouwen.
Jezus heeft alles en geheel zichzelf aan de Vader toevertrouwd. Door Hem alles toe te vertrouwen wat Hij voelt en in de strijd volledig op Hem te vertrouwen. Wanneer we in onze Getsemane komen – ieder van ons heeft zijn Getsemane, heeft het reeds gehad of zal het nog beleven -  laten we ons dan herinneren en als volgt bidden: Vader.

Vergeving
De derde bede van Jezus tot de Vader is voor ons. Vader vergeeft hen, want ze weten niet wat ze doen (Lc 23,34). Jezus bidt voor wie slecht met Hem heeft gehandeld. Hij bidt voor zijn moordenaars, op het ogenblik van de kruisiging, in de grootste pijn, wanneer de nagels in zijn polsen en voeten worden gedreven.

Op dat hoogtepunt van de pijn, komt de liefde tot haar toppunt: de vergeving, dat wil zeggen de gaven die de kracht heeft de kring van het kwaad te breken.
Geliefde broers en zussen wanneer we in deze dagen het Onzevader bidden, kunnen we een van deze genades vragen: ons leven te leven voor de verheerlijking van God, dat wil zeggen: met liefde leven. Ons weten toe te vertrouwen aan de Vader en in de beproeving tot de Vader te zeggen: papa.
In de ontmoeting met de Vader de kracht vinden voor de vergiffenis en het schenken van vergeving. Beiden gaan samen. De Vader vergeeft ons en geeft ons de moed vergiffenis te schenken.

Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.
Gepubliceerd op donderdag 18 april 2019 - 10:56

 

Indien u alsnog de voorgaande catecheses wilt lezen

1. DE GEBODEN, klik hier
2. HET DOOPSEL, klik hier
3. DE HEILIGE MIS, klik hier
4. DE CHRISTELIJKE HOOP, klik hier
5. HET JUBELJAAR VAN DE BARMHARTIGHEID, klik hier