Mijn naam Piergiulio, ik ben Italiaan en het is nog niet zo lang geleden dat ik vijftig jaar werd. Toen ik in de Gemeenschap aankwam, was ik achtendertig en zowel fysiek als mentaal totaal kapot. Ik heb niet zo'n gelukkige jeugd gekend. Ik was veel te vroeg geboren met een heel kwetsbare gezondheid tot gevolg. Daardoor kon ik niet ravotten zoals andere kinderen en hadden mijn ouders, en in het bijzonder mijn moeder, extra zorgen en veel angst. Opgevoed volgens de christelijke waarden had ik van kleins af aan een lief karakter en ik probeerde goed en gehoorzaam te zijn. Op school was ik een ijverige leerling en toen ik klaar was met de basisschool werd ik bedolven onder felicitaties voor mijn goede cijfers.

In ons gezin zag ik geen liefde tussen mijn ouders. Ze waren zo verschillend dat ik enkel hun tegenstellingen kon vaststellen. Het waren twee geweldige mensen maar ik zag hen vooral ruzie maken. Ondanks het feit dat ik me veel minder voelde dan mijn klasgenoten, was ik liever weg van huis. Op school reageerde ik agressief op de provocaties en voelde ik heel sterk de onrechtvaardigheden van de maatschappij.

Ik zat vol boosheid en waanbeelden en met de enkele vrienden die mijn ideeën deelden, begon ik sigaretten te roken, alcohol te drinken en mijn eerste "maskers" op te zetten. Het duurde niet lang of ook de drugs kwamen mijn leven binnen. De grote leegte die ik binnen in me voelde dreef me ertoe om telkens iets nieuws te proberen. Ik had zo'n dorst naar antwoorden. Ik was geïnteresseerd in oosterse filosofieën en bracht elke dag uren door met het reciteren van mantra's of verschillende meditatieoefeningen. Na de middelbare school schreef ik me in aan de universiteit en de eerste examens verliepen erg goed. Het meisje dat van me hield wou al vrij vlug trouwen, maar omdat ik mijn plannen om te studeren aan de universiteit voor haar had verborgen, voelde ze zich beetgenomen en ze verliet me.

Niet lang daarna overleed mijn beste vriend. Ik kende de heroïne sinds mijn adolescentie maar vanaf zijn dood begon ik veel frequenter te gebruiken. Problemen met de politie en in mijn familie zorgden ervoor dat ik het enorm moeilijk kreeg met mijn studies: ik zou moeten stoppen met de drugs maar in plaats daarvan verliet ik de universiteit. Ik leefde als in een nachtmerrie: alle dagen waren hetzelfde, ik werkte maar ik had alleen maar schulden. Toen kreeg mijn vader een ongeval, hij leed ondraaglijk en overleed, en op dat droevig moment ontdekte ik, tussen alle tranen door, de liefde die mijn ouders had verbonden. Plots kon ik zien hoe zij werkelijk verbonden waren met elkaar en hoe ik de vrucht was van hun liefde. Ik huilde, wanhopig verlangend naar liefde, maar voelde een scherpe pijn in het diepste van mijn ziel en ik wou slechts één ding: sterven. Ik nam een overdosis maar een buurman heeft mijn leven gered. Ik was toen dertig. Ik wilde stoppen met de drugs maar alleen kon ik het niet.

Op een dag kwam ik een oude vriend tegen en die vroeg me of ik mijn leven wilde veranderen. Zonder te aarzelen antwoordde ik: JA! Hij nam me mee naar een religieuze Gemeenschap van de Charismatische Vernieuwing en toen we die avond naar huis terugkeerden, woog mijn hart veel lichter. Ik begon het Evangelie te lezen en kreeg tranen in mijn ogen. Ik ben gestopt met de drugs en uiteindelijk besloot ik om echt de communautaire weg te volgen die een Salesiaanse priester in Abruzzo me had voorgesteld. Nadat ik het programma had afgewerkt was ik ervan overtuigd dat ik een goede weg had afgelegd: ik had mijn exit gepland, voelde me sterk, klaar om al mijn projecten aan te pakken, ervan overtuigd dat God ze zou zegenen, maar al vrij snel kwam ik de eerste teleurstellingen tegen. Ik had heel weinig vrienden en ze waren allemaal benomen door hun verplichtingen. Dit had tot gevolg dat ik tijdens het weekend heel vaak alleen was. Ik zag een meisje terug waarvan ik veel had gehouden, maar zij was ondertussen getrouwd. Toen ik me bewust werd van het gevaar en me probeerde los te maken van haar, was het al te laat: ik was tot over mijn oren verliefd! En de terugslag was vreselijk!

Ik had niet gedacht dat het mogelijk was om zo diep te vallen in de afgrond van de wanhoop. Het werden twee verschrikkelijke jaren. Ik had geen contact meer met mijn familie maar mijn moeder en mijn zus zijn nooit gestopt met bidden voor mij. Ik heb veel verschrikkelijke dingen gedaan, maar in mijn "heldere" momenten heb ik vaak de Rozenkrans en het Kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid gebeden. Ik was alle hoop kwijt en had geen kracht meer om dit alles te boven te komen, maar de Heer was altijd bij me! De dag dat ik me, meer dood dan levend, op zijn Barmhartigheid heb verlaten, ontstond er een sprankje hoop in me.

Na een ziekenhuisopname van meer dan vier maanden om af te kicken, opende de Gemeenschap Cenacolo haar deuren voor me. Mijn "beschermengel", een goede Kroatische jongen, Marco genaamd, was nog erg jong. Ik was erg trots en had altijd wat op te merken op de dingen die hij me met veel geduld probeerde bij te brengen. Ik bekritiseerde hem, veroordeelde hem en deponeerde al het negatieve dat in me zat op hem… maar ondanks dit alles bleef hij altijd aan mijn zijde staan.

Iets dat me van bij het begin dat ik in de Gemeenschap was heel diep had geraakt waren de betrouwbare en heldere ogen van de jongeren die ik ontmoette alsook hun glimlach. Het was heel moeilijk voor me om hun vriendelijkheid te bevatten. Ik had enorm veel zin om weg te gaan maar ik dank God voor alle woorden van hoop en voor de oprechte gebaren van vriendschap die ik tijdens die eerste weken, telkens op het juiste moment, heb ontvangen. Toen ik naar een andere fraterniteit werd overgeplaatst, ben ik, met veel moeite en dankzij de hulp van de anderen, begonnen met mezelf in vraag te stellen: eindelijk slaagde ik er in om mijn trots te erkennen en het falen van een heel mensenleven te aanvaarden.

Ik heb geprobeerd om te groeien in verantwoordelijkheid. Elke nacht ging ik naar de kapel. Ik voelde een diepe wond in mijn hart: ik bevond me voor Jezus en alle slechte dingen uit mijn verleden kwamen me terug voor de geest, samen met gedachten en fantasieën die mijn gebeden verstoorden en ik voelde me vies. Na enkele maanden besefte ik dat ik nog veel slechter was dan ik had gedacht. Ik kwam opnieuw in een crisismoment terecht en stond op het punt om de Gemeenschap te verlaten. Maar ook deze keer waren het de woorden van een vriend die me de stimulans gaven om door te gaan, om te blijven. Mijn grootste crisis maakte ik door na het bezoek van mijn familie, omdat ik gehoopt had om hen te kunnen manipuleren. Tot op vandaag dank ik God omdat zij heel duidelijk en gedecideerd waren: de mogelijkheid om huiswaarts te keren was voor altijd uitgesloten. Die deur was op slot!

Ik was enorm boos en onverdraagzaam, maar drie maanden later, tijdens een persoonlijk moment van Aanbidding, gebeurde er een wonder: al het negatieve in me verdween. Het was alsof ik een bril met donkere glazen afzette. Mijn familie had me, door de kans om huiswaarts te keren te verbieden, de volledige vrijheid en verantwoordelijkheid over de keuzes van mijn leven gegeven. Op dat moment was ik één jaar op weg in de Gemeenschap.

Sinds die dag heb ik de tijd niet meer geteld, ik leef nu in het heden. Mijn verleden en mijn toekomst liggen in de handen van de Heer. Toen ik naar Medjugorje verhuisde was ik enorm blij, maar ik had geen idee welke mooie dingen ik allemaal zou beleven in deze fraterniteit. Ik maakte elke dag vol enthousiasme door, en voelde een diep spiritueel welzijn. Ik nam mijn verantwoordelijkheid en was elke dag dankbaar voor al mijn vrienden waarmee ik mijn dagen deelde. 's Nachts, tijdens mijn persoonlijk gebed, voelde ik sterk de Liefde en de Barmhartigheid die God voor mij had. Elke dag heb ik ervaren als een Godsgeschenk, als een avontuur dat ik mocht beleven zonder angst en zonder mezelf te sparen. In de vriendschappen en het onderling delen realiseerde ik me voor de eerste keer dat elke persoon een prachtige "wereld" op zich is.

Het was in die periode dat het verlangen ontstond om naar de missies te gaan, naar de fraterniteiten van Brazilië, om mezelf beter te leren kennen en om te groeien in liefde. Aangekomen in Brazilië moest ik meteen de confrontatie aangaan met tal van mijn tekortkomingen. Ik dacht dat ik meer geduld had dan ik in werkelijkheid had. Door mezelf te leren kennen als opvoeder, begreep ik alle inspanningen van mijn moeder en hoe zij geleden heeft tijdens mijn opvoeding. Ik hield meteen van de "Fazenda São Francisco" in Jaù: er waren en er zullen altijd duizend dingen te doen zijn.

Ook daar had en heb ik nog veel "fouten" te corrigeren, in mijn manier van doen, van leven en van denken. Het eerste wat ik er geleerd heb is dat regels belangrijk zijn maar dat ze nooit in de weg mogen staan om goed te doen. Om te beginnen heb ik in deze fraterniteit leren omgaan met mijn angsten en ik realiseer me dat dit voor de rest van mijn leven een probleem zal zijn dat ik onder controle moet zien te houden. Vandaag probeer ik situaties meer met mijn hart dan met mijn hoofd te bekijken en te evalueren. Ik heb ontdekt dat alle mensen zo ongelooflijk verschillend zijn en dat datgene dat voor mij gewoon en normaal is niet noodzakelijkerwijs zo is voor de anderen.

Ik dank de jonge Brazilianen die mij met liefde en vriendschap onthaald hebben en me elke dag zoveel geven en leren. Ik dank de Gemeenschap in het bijzonder want zij heeft me, door haar veeleisende liefde, gedurende al die jaren geholpen om mijn leven weer op te bouwen, zodat ik een goed mens kan zijn en ernaar verlang om het goede te doen. Ik vraag mijn familie en al die mensen die ik in het verleden zo heb laten lijden om vergeving en ik dank hen omdat zij me, ondanks alles, altijd graag  zijn blijven zien. Dank u, Heer Jezus, voor het prachtige leven dat U me hebt teruggegeven. Piergiulio