michele1


Mijn naam is Michele en mijn verhaal van het duisternis is begonnen op mijn vijftiende levensjaar, toen ik de school verliet en begon te werken. Ik herinner me dat ik 's avonds thuiskwam en mijn vader zag die al enkele jaren ziek was en alsmaar zieker werd, en mijn moeder die altijd naast hem zat. Ik miste mijn ouders hun "aanwezigheid" enorm in huis en er waren momenten waarop ik het echt nodig had om met iemand te kunnen praten. Ik had nog drie oudere broers die helaas reeds allemaal "verslaafd" waren, en ik, de kleinste, ben altijd een beetje "overdonderd" geweest door hen. Zij brachten hun vrienden mee naar huis en die leken heel evenwichtig, ondanks alles… Dit had tot gevolg dat ook ik joints begon te roken, denkend dat het geen drugs waren maar gewoonweg "kruiden" waardoor ik me beter voelde. Op dat moment heeft het kwaad me bedrogen: ik dacht dat alles "ok" was, en wanneer ik "rookte" leek het of ik beter contact had met de mensen om me heen en dat mijn problemen verdwenen waren.

Eer ik het goed en wel besefte was ik twintig en ik had mijn pubertijd niet echt goed doorgemaakt. Ik ging altijd uit met jongens die veel ouder waren dan mezelf en ik probeerde me zoveel mogelijk te amuseren. Op een dag overleed mijn moeder en mijn wereld stortte in elkaar; tot overmaat van ramp stierf mijn vader een maand later en stond ik er helemaal alleen voor. Ik had mijn geloof al een hele tijd overboord gegooid en en was er zeker van dat God niet bestond. Om de pijn niet meer te voelen begon ik alsmaar zwaardere drugs te gebruiken, mijn broers achterna, en zo ging het alsmaar slechter met me tot op het moment dat ook mijn oma, die bij ons thuis verbleef, naar een bejaardentehuis wou. Zij is altijd als een moeder geweest voor mij. Ze heeft zich zoveel jaren over mij ontfermd en haar afwezigheid deed me voor het eerst beseffen dat ik mijn leven en alles wat daarmee te maken had aan het vernietigen was.

Ik heb er alles aan gedaan om hulp te krijgen in een gemeenschap: ik ben daar vier maand gebleven terwijl ik methadon en medicijnen kreeg om af te kicken. Toen ik wat helderder was, realiseerde ik me dat ik nog steeds dezelfde persoon was, met dezelfde mentaliteit, en dus ben ik vertrokken. Ik zocht opnieuw hetzelfde gezelschap op en herviel in dezelfde gewoonten. Ik dacht dat ik voorbestemd was om voor altijd een drugsverslaafde te zijn. Op een dag had ik ruzie met mijn broers en ik verliet het ouderlijk huis: op dat moment heb ik begrepen dat mijn leven kapot was. Mijn familie, mijn broers, mijn vriendin, mijn vrienden ... allen hadden ze mij verlaten en ik bleef alleen achter.

Juist in die eenzaamheid heb ik het eerste teken van Jezus gezien: Hij zorgde ervoor dat ik een gebedsgroep leerde kennen die de Gemeenschap Cenacolo kende en zij brachten mij erheen voor een intakegesprek. Het eerste contact was echt hard, erg confronterend! De jongens die mij verwelkomden stelden me een weg van zelfverloochening en opoffering voor, en voor iemand die geen regels had en die altijd deed wat hij zelf wilde ... was dat iets teveel van het goede! Terug thuis heb ik veel nagedacht en gebeden met mijn vrienden van de gebedsgroep, en ik besefte dat iemand zoals ik kordaat moest zijn en geen compromissen moest sluiten: ik moest echt alles opgeven, van de sigaretten tot en met de lange haren… en toen ben ik naar de Gemeenschap gegaan.

De eerste maanden waren echt moeilijk: elke dag speelde ik met de gedachte om weg te gaan, maar aan de andere kant voelde ik een kracht die me in de Gemeenschap deed blijven. Nu weet ik dat Jezus die kracht was, in de "vorm" van de jongens die altijd naast me stonden. Altijd was iemand van hen me nabij en werd ik gesteund. Wat ik altijd gemist had in mijn leven vond ik in de Gemeenschap: een echte, hechte familie.

Toen ik een jaar onderweg was in de Gemeenschap werd ik ernstig ziek: er werd een tumor gevonden en ik dacht eraan om weg te gaan. Ik zei tegen mezelf: "Ik ben hier toch één jaar op weg geweest, ik heb heel veel mooie dingen ervaren...", maar ik besefte dat ik verleid werd om weg te lopen, zoals ik altijd had gedaan in het verleden, zodat ik het probleem niet onder ogen moest zien. Ik wist dat als ik in de Gemeenschap zou blijven, ik niet zou kunnen vluchten voor het lijden, dat ik het moest aanpakken. Ik ging naar de kapel en huilde, en daar maakte de Heer me duidelijk dat ik dit niet zomaar heb gekregen, en dat dit kruis dat ik moest dragen het begin van een nieuwe weg was; en daarom besloot ik te blijven.

Vanaf dat moment begon ik te bidden met mijn hart; het klopt dat ik voorheen ook al de Rozenkrans bad, maar nu voelde ik echt een persoonlijke relatie met God. Met het verstrijken van de maanden voelde ik me heel rustig, en zelfs de jongens die nog maar juist aangekomen waren, kwamen mij telkens om raad vragen. Ik was verbaasd dat ze juist naar mij kwamen, maar nu begrijp ik dat mijn lijden, het kruis dat ik te dragen had, ook genezing geweest is voor hen: ze zagen in mij al de opstanding. Dit gaf mij de kracht om door te gaan. Ik ben bijven bidden, alles is goed gekomen en ik ben genezen!

Ik wil graag de Gemeenschap bedanken want ik ben zo gelukkig omdat ik nadien naar de Missies ben mogen gaan. Ik wil in het bijzonder Jezus danken voor het grote vertrouwen dat Hij had in mij: ondanks het feit dat ik gedurende zoveel jaren alles om me heen stuk had gemaakt, heeft Hij mij de dienst voor de kinderen toevertrouwd! Ik herinner me nog goed dat Moeder Elvira ons voor ons vertrek vertelde dat zij in het bijzonder voor ons de Missieposten heeft geopend, omdat de kinderen een geschenk zouden zijn voor ons!

En ik heb dat mogen ervaren want toen ik daar was kwam ik alle kwetsuren van mijn jeugd tegen en konden die beginnen genezen. Als de kinderen thuiskwamen van school kwam het wel eens voor dat er eentje geslagen was. Ik dacht terug aan die keren dat ik voor problemen had gezorgd in de klas en dat mijn vader me toen in de hoek had gezet. Door met hen te lijden, begreep ik hoe mijn vader had geleden. Ik ben op mijn vijfentwintigste een vader geworden, ik ben me beginnen te hechten aan hen en voelde me verantwoordelijk voor alles wat zij "uitspookten" op school.

Ik heb begrepen dat de drugs slechts het gevolg waren van... Dat ik me begon te verdoven omdat ik niet wou zien dat mijn vader ziek was, omdat ik niet wou lijden door de dood van mijn ouders en om zoveel andere zaken waarbij niemand me geholpen heeft om ermee om te gaan. Ik voelde me zo anders dan de jongens van mijn leeftijd, ik moest altijd al "groot" zijn zonder de delicate maar o zo belangrijke fase van de adolescentie door te maken.

Nu ben ik opgestaan van dit kruis. De liefde die ik gekregen heb van God door mijn vrienden en de kinderen van de Gemeenschap heeft de leegten en de kwetsuren van het verleden gevuld en genezen. Vandaag kan ik slechts dit zeggen: DANK, ONEINDIG DANK! Michele