martina


Ik ben Martina en ik kom uit Slowakije. Ik heb een serene jeugd gehad, vol dromen en plannen, en ik ben gelukkig omdat ik vanaf mijn geboorte alles heb leren delen met mijn tweelingbroer; zeven jaar later werd er nog een broer geboren. We zijn opgegroeid in een christelijk gezin waar onze moeder en grootmoeder ons geloof, goede waarden en ook de betekenis van opoffering hebben doorgegeven. Het was als een goed verborgen zaadje dat groeide naarmate de jaren voorbijgingen en dat beschermd werd door Gods hand.

De moeilijkheden in mijn studie en al het geplaag over mijn fysieke verschijning en geloof lieten in mij heel wat gevoelens van minderwaardigheid ontstaan; Ik slaagde er niet in om aan te sluiten bij de groep. Ik zonderde me af omdat ik dacht dat ik nooit mooi en capabel genoeg was voor hen, en ik begon mezelf te vergelijken met anderen.

Ik wilde anders zijn, en begon heel veel "maskers" te dragen, oa door mijn manier van kleden, make-up en zelfs gedrag. Maar vanbinnen was ik "te" goed en gereserveerd om vriendschappen te kunnen sluiten waarvoor ik me moest inlaten met ”de verkeerde dingen".

Thuis was er veel ruzie, vooral over materiële zaken en geld, en dus leken mijn problemen banaal in vergelijking met deze moeilijkheden. De meest kwetsbare relatie was die met mijn vader: ik was op zoek naar zijn genegenheid en ik deed alsof ik me liet adviseren door hem, want ik wilde dat hij trots op me was. Maar toen, ontgoocheld, zette ik een “muur” tussen ons, en betoonde ik alleen nog mijn moeder respect.

Ik kon me niet meer voorstellen wat een verenigd gezin is, een gezin dat in harmonie leeft. Op mijn zeventiende, ondanks dat ik me zo afsloot van alles en iedereen, riep God me voor de eerste keer door me kennis te laten maken met enkele gebedsgroepen; en zodoende woonde ik veel ontmoetingen bij voor jongeren.

Het leek of ik weer echt gelukkig was, omringd door deze vreugdevolle jongeren, en de moed om te evangeliseren deed me goed. Maar toen ik naar huis terugkeerde was ik nog hetzelfde als tevoren: mijn hart, dat erg gevoelig was, werd koud, gesloten, hard, niet in staat om lief te hebben. Ik was leeg van binnen en ik wist dat ik hulp nodig had.

Ik ontmoette de Gemeenschap Cenacolo in Medjugorje. Door er dikwijls naartoe te gaan, heb ik heel veel getuigenissen gehoord van de jongens en meisjes en waardeerde ik hun vreugdevol en moedig leven. Ik besloot mijn ontslag te geven op mijn werk, liet mijn huis en vrienden achter, en vertrok om deze “levensschool” te volgen.

Er wachtte me een pad vol genezing en wonderen. Het eerste was dat van mijn vader die me, toen ik naar de Gemeenschap vertrok, me met betraande ogen een knuffel gaf, hoewel hij het niet helemaal eens was met mijn keuze. Het was de eerste stap van verzoening met hem.

Terwijl ik het huis deelde met de andere meisjes bouwde ik echte vriendschappen op en in deze levende Gemeenschap kreeg ik de gelegenheid om bepaalde situaties uit mijn verleden opnieuw te beleven, bekeken vanuit een ander licht. Ik heb geleerd om niet meer altijd gelijk te willen hebben, om niet te oordelen terwijl ik muren om me heen plaats, om te vergeven: ook ik werd verwelkomd en graag gezien zoals ik ben, zonder perfect te zijn.

Ik ervoer het vermogen om verder te gaan, om angsten te overwinnen, om elke dag opnieuw te beginnen. Ik begreep dat het niet volstaat om niet alleen géén kwaad te doen om gelukkig te zijn, maar dat het belangrijk is om het goede te doen, dat gebed geen "mystiek" iets is dat je isoleert, hopend dat de mirakels vanzelf zullen komen, maar dat het ervoor zorgt dat je de armen uit de mouwen steekt. Door de nieuwe meisjes te helpen die nog maar net zijn toegekomen en door de verantwoordelijkheden die ik kreeg in de fraterniteit, voelde ik me vervuld. Nu weet ik dat, als ik in verdriet verval, dit komt doordat ik niet voldoende liefde geef.

Ik ben dankbaar omdat ik veel ervaringen heb kunnen opdoen die mij hebben geholpen mijn horizon te verruimen. Eén daarvan is om in het koor te zingen, wat me niet alleen helpt om mijn verlegenheid en angsten te overwinnen, maar ook om andere aardige en zuivere vriendschappen op te bouwen, zelfs met de jongens, om hun manier van denken te leren kennen en mijn manier van kijken naar hen kan bij te stellen.

Bovendien heb ik het geluk om het leven in de “missie” te kunnen beleven in de Fraterniteit “Sacra Famiglia” - “ de Heilige Familie” -  in Marene, die een Syrisch vluchtelingengezin met zes kinderen opvangt: hun cultuur leren kennen en hun goede waarden observeren, helpt me enorm om het gezin als een geschenk zien. Nu weet ik dat God onze trouw wil en zo ontdekken we, in onze kwetsbaarheid, zijn Liefde voor ons. Ik dank God en de hele familie van het Cenacolo, want vandaag is het verlangen om te leven teruggekeerd in mij! Martina