LAURAG 

Mijn naam is Laura en ik heb een drugsverleden: ik begon drugs te gebruiken toen ik veertien was, en ik dacht dat ik de wereld aan het veroveren was omdat ik gemakkelijk “vrienden” en geld had. Ik was begonnen met werken en ontmoette zogenaamd "goede mensen", maar op een gegeven moment maakte de cocaïne me steeds onevenwichtiger en nerveuzer. Dus besloot ik op een dag om ermee te stoppen. Het ging een tijdje beter met me, maar een paar maanden nadien raakte ik verslaafd aan alcohol en sigaretten, en niet veel later ook aan de heroïne. Dit ontspande me in eerste instantie, maar na een tijdje raakten mijn hersenen er helemaal door verdoofd. Dat vond ik “super, want zo hoefde ik aan niets meer te denken: noch aan het lijden dat ik doormaakte, noch aan de “rotzooi” die ik was beginnen uithalen, daar deze drugs elke vorm van schaamte en waardigheid hadden weggenomen. Ik was ook nog eens verloofd met iemand die net als ik verslaafd was. Hij sloeg me als hij zich slecht voelde of ruzie met me maakte, maar inmiddels was mijn ziel dood en heel dikwijls was ik het die hem zo erg irriteerde dat hij niets meer van me begreep.

Het was pas in de Gemeenschap dat ik besefte hoe slecht en verloren ik was. Ik voelde nog amper pijn: ik was als een machine die alleen dacht aan de snelste manier om geld te vinden, om me zo goed mogelijk te voelen. Sommige van die erge periodes dwongen me om in Ligurië te gaan wonen, ofwel op straat ofwel bij hen die me onderdak boden, zodat ik al mijn “ellende” verborgen kon houden voor mijn familie.

Op een dag belt mijn zus me op en ze zegt dat ze voelt hoe ellendig ik er aan toe ben, ook al vertel ik dat het goed met me gaat, en dat ze thuis horen spreken hebben over de Gemeenschap Cenacolo. Ik was zo wanhopig dat ik haar, bijna zonder na te denken, heb geantwoord dat ik het zou proberen. Dus ging ik terug naar huis naar mijn ouders en korte tijd nadien besloot ik mijn zus de hele waarheid te vertellen, met als gevolg dat ik ook iets liet doorschemeren van mijn lijden aan mijn ouders, ook al was ik enorm bang. Vol verbazing heb ik na al die tijd mogen proeven van ware liefde, deze die niet enkel geeft en verwelkomt zonder iets te verwachten, maar die je ook aanraakt met een tederheid waarvoor ik geen woorden ken.

Ik begon naar de intakegesprekken te gaan en niet zoveel later ben ik vertrokken naar de fraterniteit van Lourdes. Ik ben twee jaar in Frankrijk geweest, waar ik hard gestreden heb tegen de hardheid en slechtheid die in mijn leven waren binnengeslopen. Ik had op alle mogelijke manieren muren om me heen gebouwd, maar Onze Lieve Vrouw heeft me geholpen om van mezelf te leren houden en ook de anderen om me heen beetje bij beetje graag te leren zien. Het zijn twee jaren van strijd geweest en bij momenten ook van lijden, maar tegelijkertijd ook prachtige jaren omdat Maria me heeft geholpen dat ik mezelf weer kon waarderen als vrouw. Hierdoor groeide er in mij het verlangen om háár voorbeeld te volgen en niet dat van de wereld. Daarbovenop heb ik er enkele fijne vriendschappen gesloten die nog steeds bestaan, zelfs al hebben sommige van de meisjes hun weg in de Gemeenschap al afgerond en zijn ze huiswaarts gekeerd. Ik heb mogen ontdekken dat vriendschap vooral in het gebed groeit!

Vervolgens ben ik naar Italië gegaan, naar de fraterniteit van Cherasco. Dit was heel bijzonder, vooral omdat ik al vrij snel "tante" mocht worden van de kinderen daar, ter ondersteuning van hun moeders en de nieuwgeboren kindjes. Ik heb begrepen dat ik nog een lange weg te gaan heb, vooral in het standvastig zijn, want aan kinderen kan je niets wijsmaken, zij laten je met niets wegkomen. Vandaag woon ik in wat ik beschouw als één van onze "missies": het familiehuis “la Casa Famiglia Betlemme”.

Ik ben er vast van overtuigd dat ik mijn ware opstanding heb meegemaakt, en ik blijf deze beleven doorheen mijn weg in dit Familiehuis en dankzij de kinderen die er een thuis hebben gevonden. Voor mij is het een echte levensschool, om echt en concreet te kunnen zeggen: "Ik hou ervan om een vrouw te zijn, ik hou ervan om een ​​dochter te zijn, ik hou ervan om een bruid te zijn, ik hou ervan om een ​​moeder te zijn".

Hier begrijp ik steeds meer de betekenis en het belang van het zichzelf opvoeden om te kunnen opvoeden, niet enkel in het leven als echtpaar maar vooral met de kinderen, die zo eenvoudig en weerloos zijn. Ze schenken me zoveel!! God is geweldig: Hij heeft de “missie “ook naar hier gebracht! Hij laat altijd dingen gebeuren met een reden en ik weet nu dat niets van wat God me vraagt, van wat ik doormaak, “toevallig” gebeurt.

Ik dank God dat hij me van het kwaad heeft gered, ik dank mijn zus voor haar moed en ik dank mijn ouders die me steunen en me vergezellen op deze bijzondere “reis”. Ik dank ook de Gemeenschap omdat de genaden die ik ontvang in deze "grote familie" waarin men de Heer bemint op een heel concrete manier, oneindig zijn. LAURA